Pedagogisch beleid
Opvoeden is geen op zichzelf staand proces maar gebeurt altijd vanuit een maatschappelijke context die divers is. Dit verdraagt zich niet met een eenduidige theoretische benadering.
Opvoeding richt zich op wat nog komen gaat, op morgen en verder. Dat betekent dat we kinderen kunnen voorbereiden op een samenleving waarin een verscheidenheid aan vermogens van belang is, zoals het dragen van verantwoordelijkheid, tolerantie, autonomie, respect voor verschillende culturen/leefvormen en denkwijzen, het vermogen tot relativeren, creativiteit en flexibiliteit. Dit betekent ook dat er aan de individuele kinderen richtlijnen in een bepaalde leefomgeving aangeboden moeten worden. Deze opvoeding, dit bewust omgaan met kinderen, zal een vertaling moeten zijn van datgene wat we belangrijk vinden uitgedrukt in concrete handelingen, in concrete situaties, ermee rekening houdend dat ieder kind zich optimaal moet kunnen ontplooien.
Een voorwaarde is dan wel dat we een prettige sfeer in het kindercentrum creëren en het kind een gevoel van veiligheid bieden. Daarom zijn er altijd vaste groepen met vaste leiding. De kinderen worden niet tot iets gedwongen, maar wel gestimuleerd tot verschillende (spel)activiteiten. Er wordt geen onderscheid gemaakt in waardering tussen verschillende vaardigheden. Een kind dat graag puzzelt, leest of bouwt, wordt ook gestimuleerd tot klimmen of fietsen en omgekeerd.
In alle groepen wordt regelmatig thematisch gewerkt. Daarvoor wordt veelal het programma 'Piramide' gebruikt omdat in dit programma een goede aansluiting gevonden wordt bij de belevingswereld van jonge kinderen. De kinderen worden in hun ontwikkeling gevolgd met een kind-volgsysteem dat aansluit bij het volgsysteem van de basisschool. Over het algemeen is dat de methode KIJK.
Om kinderen te ondersteunen die door hun opvoeding of omgeving onvoldoende voorbereid zijn op het leren op school wordt de mogelijkheid van VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) geboden. Kinderen moeten de mogelijkheid krijgen om hun talenten te ontwikkelen met name door hun taal(reken)vaardigheden te vergroten, maar ook door het vroegtijdig opsporen van achterstanden op het gebied van sociaal-emotionele vaardigheden. Door VVE worden deze kinderen voorbereid op de basisschool door middel van een programma, aangeboden gedurende 3 of 4 dagdelen of tenminste 10,5 uur per week, eventueel aangevuld met een programma gericht op opvoedondersteuning voor ouders.
Één van de directieleden is pedagoog en als zodanig eindverantwoordelijk voor het pedagogisch beleid en de juiste uitvoering daarvan bij de verschillende werksoorten van de Schaapskooi. Meer informatie over het pedagogisch beleid van de Schaapskooi zoals uitgangspunten, werkwijze en richtlijnen voor de omgang met de kinderen treft u aan in het beleidsplan 'werk met kinderenwerk met kinderen'.